Publicaties
Andere
De drie regionale adviesorganen voor ruimtelijke ordening - de Strategische Adviesraad ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed (SARO) voor Vlaanderen, de Gewestelijke ontwikkelingscommissie (GOC) voor Brussel en de Pôle Aménagement du territoire (PAT) voor Wallonië - hebben besloten bijeen te komen om gemeenschappelijke vraagstukken te bespreken, aangezien de uitdagingen op het gebied van de ruimtelijke ordening op transversale wijze moeten worden benaderd.
Het BWRO bepaalt in zijn artikel 7 de opdrachten van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie (GOC). Boven op haar opdracht als ‘raadgever’ van de regering – ze brengt adviezen uit over de ontwerpen van ordonnanties, besluiten en plannen – kan de Commissie ook opmerkingen formuleren of suggesties doen over de uitvoering of de aanpassing van de plannen en de verordeningen waarvoor zij bevoegd is.
Bovendien stelt zij algemene richtlijnen voor bij de voorbereiding en de opmaak van ontwikkelings- en bestemmingsplannen en van de stedenbouwkundige verordeningen.
Zo heeft de Commissie in 2007, in het kader van het toekomstige Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO), een prospectieve studie voor Brussel gelanceerd.
In een eerste fase moest de feitelijke toestand van het Brussels Gewest beschreven worden. Dit zou een gedeelde basis vormen voor de kennis van de gewestelijke problematieken.
De Commissie heeft deze auditopdracht toevertrouwd aan Eric Corijn, professor sociale en culturele aardrijkskunde aan de VUB, en directeur van de stadsonderzoeksgroep Cosmopolis (City, Culture & Society). Hij werkte samen met zijn medewerkster, Eefje Vloeberghs, onderzoekster bij Cosmopolis.
Dit onderzoek resulteerde in een eerste deel: Brussel! Het is een diagnose of een stand van zaken van het Gewest, op basis van syntheses van verslagen of gekende bestaande studies over de toestand in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Aan de hand van deze stand van zaken kon technische en wetenschappelijke ondersteuning geboden worden aan de leden van de Gewestelijke Commissie (die zeer verschillende achtergronden hebben, zoals adviesorganen, gemeenten of gewoon deskundigen). Zij konden immers deze gemeenschappelijke sociale, economische en stedenbouwkundige basisgegevens gebruiken om hun toekomstige adviezen te onderbouwen in het kader van de GOC, maar vooral om inzicht te krijgen in de ontwikkelingsdynamiek van het Brusselse stadsleven.
Uit de resultaten van deze beschrijving van de feitelijke toestand kwamen de voornaamste tendenzen en transversale vragen naar voren. De deskundigen die aan dit tweede deel ‘Waarheen met Brussel?‘ meewerkten, hebben die met verschillende scenario’s belicht.
Deze prospectieve studie gebeurde in het najaar 2008- voorjaar 2009, in het kader van een door de Gewestelijke Commissie opgerichte taakgroep.
Dit tweede deel bevat de visie van de auteurs die als GOC-lid of als gastexpert aan deze taakgroep deelgenomen hebben. Zij zetten hun standpunt uiteen over de doelstellingen van het nieuwe Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO), waarvoor de regering vijf grote uitdagingen vastlegde: de demografische groei, tewerkstelling en opleiding, het milieu, sociale samenhang en de internationale uitdaging.
Ter gelegenheid van haar 20-jarig bestaan heeft de GOC een brochure uitgegeven waarin haar geschiedenis ten dienste van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt beschreven.
Het BWRO bepaalt in zijn artikel 7 de opdrachten van de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie (GOC). Boven op haar opdracht als ‘raadgever’ van de regering – ze brengt adviezen uit over de ontwerpen van ordonnanties, besluiten en plannen – kan de Commissie ook opmerkingen formuleren of suggesties doen over de uitvoering of de aanpassing van de plannen en de verordeningen waarvoor zij bevoegd is.
Bovendien stelt zij algemene richtlijnen voor bij de voorbereiding en de opmaak van ontwikkelings- en bestemmingsplannen en van de stedenbouwkundige verordeningen.
Zo heeft de Commissie in 2007, in het kader van het toekomstige Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO), een prospectieve studie voor Brussel gelanceerd.
In een eerste fase moest de feitelijke toestand van het Brussels Gewest beschreven worden. Dit zou een gedeelde basis vormen voor de kennis van de gewestelijke problematieken.
De Commissie heeft deze auditopdracht toevertrouwd aan Eric Corijn, professor sociale en culturele aardrijkskunde aan de VUB, en directeur van de stadsonderzoeksgroep Cosmopolis (City, Culture & Society). Hij werkte samen met zijn medewerkster, Eefje Vloeberghs, onderzoekster bij Cosmopolis.
Dit onderzoek resulteerde in een eerste deel: Brussel! Het is een diagnose of een stand van zaken van het Gewest, op basis van syntheses van verslagen of gekende bestaande studies over de toestand in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Aan de hand van deze stand van zaken kon technische en wetenschappelijke ondersteuning geboden worden aan de leden van de Gewestelijke Commissie (die zeer verschillende achtergronden hebben, zoals adviesorganen, gemeenten of gewoon deskundigen). Zij konden immers deze gemeenschappelijke sociale, economische en stedenbouwkundige basisgegevens gebruiken om hun toekomstige adviezen te onderbouwen in het kader van de GOC, maar vooral om inzicht te krijgen in de ontwikkelingsdynamiek van het Brusselse stadsleven.
Uit de resultaten van deze beschrijving van de feitelijke toestand kwamen de voornaamste tendenzen en transversale vragen naar voren. De deskundigen die aan dit tweede deel ‘Waarheen met Brussel?‘ meewerkten, hebben die met verschillende scenario’s belicht.
Deze prospectieve studie gebeurde in het najaar 2008- voorjaar 2009, in het kader van een door de Gewestelijke Commissie opgerichte taakgroep.
Dit tweede deel bevat de visie van de auteurs die als GOC-lid of als gastexpert aan deze taakgroep deelgenomen hebben. Zij zetten hun standpunt uiteen over de doelstellingen van het nieuwe Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO), waarvoor de regering vijf grote uitdagingen vastlegde: de demografische groei, tewerkstelling en opleiding, het milieu, sociale samenhang en de internationale uitdaging.